10 november:
Deze ochtend zat er nog steeds weinig leven in Tennant Creek. Prima om door te gaan dus. Na een stukje toeren kwamen we bij de Duivelse Knikkers. De Aboriginals denken dat het de eieren zijn van de Rainbow Serpent. Dit maakt het voor hun een heilige plaats. Opvallend is dat bij al deze bezienswaardigheden helemaal geen toezicht is. Er staat een bord dat je respectvol om moet gaan met deze zaken en dat is het dan. Enorme bollen cq keien liggen hier dus op een uitgestrekt veld. Een aantal zijn inmiddels gebroken. Er loopt water in en het kan er ook koud worden en dat zorgt dat de kei breekt. Tevens zien we dat de erosie ook zijn werk doet, dus er komt een tijd dat de Devils Marbles verleden tijd zijn waarschijnlijk.
We vervolgen onze weg en worden naar de kant van de weg getrokken. Het is bizar! Tja dan zien we het…..het is een landingsplaats van UFO’s. De buitenaardse wezens staan voor een roadhouse te wachten op ons. We lopen even door het roadhouse heen en vertellen de wezens dat we echt verder moeten. We maken een foto van hen en verbreken de energie. ????
Ach een leuke onderbreking!
Op naar het volgende punt…..want het is een lange trip! We richten ons de Ti Tree. Mogelijk kunnen we daar overnachten, maar dit was niets. We hebben er getankt en zijn verder gegaan.
Wat wel opvallend is, is dat bijna de gehele weg een “no speed zone” was. Dit houdt in dat er geen snelheid aangegeven wordt. Je moet je aanpassen aan de omstandigheden. Te denken valt aan het weer, maar ook wel/geen beesten of mensen op de weg. Grappig….dat kennen wij toch echt niet. Wanneer er nederzettingen van de Aboriginals zijn, komt er een bord “pas op mensen”, soms komt er een bord dat er geen hek staat langs de kant van de weg ( dus rekening houden met dieren). Het is weer dik 40 graden, dus we zien af en toe een koe maar meer ook niet.
We rijden langs Aileron. Hier staat een ontzettend grote man op een berg. Het is een kunstenares, maar helaas gesloten. Er staat nog een enorm beeld van een vrouw met kind en leguaan. Ook schitterend. Verder is het ook hier uitgestorven, dus we rijden toch ook maar weer verder.
Conclusie: we rijden naar Alice Springs.
Wij passeren de Steenbokkeerkring en moeten daar natuurlijk een foto van maken. Een wereldbol op 3 peilers en een steenbok erbij. Op een plaquette staan de geografische coördinaten. We naderen nu Alice Springs. Het is inmiddels 16.30 uur, dus op zoek naar een slaapplaats. Wat trouwens opvalt is dat de omgeving veranderd is. We zien nu bergen en natuurlijk de rode gloed van de “Red Centre”. We vinden een slaapplaats op zo’n 5 a 10 minuten lopen van het centrum. We liggen tussen een parkje en de botanische tuin. Ziet er gewoon leuk uit of dit een plekje wordt voor de komende 5 dagen weten we nog niet….eerst maar eens kijken hoe het bed slaapt.
Vanavond naar het centrum gelopen en tegen 17.30 uur sluiten de winkels en dan is er echt weinig leven meer. Wat dat betreft kunnen we merken dat we in het Natte Seizoen zitten. We eten bij een Thai en zorgen dat we voor het donker terug bij het hostel zijn.
Nu hebben we mooi even tijd om de stukjes op internet te zetten, want we hebben weer WiFi.
Warme groet,
Ria en Linda
3 Responses to The Stuart Highway