29 januari 2019
Vandaag een eindje rijden….ach wat is een eindje….uiteindelijk valt het allemaal wel mee als we het vergelijken met de afstanden op Australië zelf. We moeten wel lachten want zij zeggen iedere keer op het vaste land, maar Australië is natuurlijk ook gewoon een eiland. 😀
In Burnie maken we een tussenstop. We hadden gelezen dat men daar in een oude kapel een koffietentje was begonnen. Dat leek ons dus een mooie plek om onze cappunico-tax weer te halen. Eerst even een rondje doen in Burnie…..het heeft al mee charme dan Devonport vinden wij. We doen vervolgens de kapel aan en concluderen dat de koffie goed is daar. Ze hebben het leuk ingericht en de sfeer is goed.
We rijden vervolgens door naar Wynyard. Hier doen we de Table Cape aan. Een platte berg, die schitterend uitzicht geeft. Er ligt vulkanische grond, dus de tulpenbollen doen het hier schijnbaar goed. De bloeitijd van de tulpen is voorbij, maar er hangt een luchtfoto waarop al die kleuren te zien zijn op deze vlakte. Tevens staat er een mooie witte vuurtoren te pronken op de berg. Deze steekt mooi af tegen de blauwe lucht en het helderblauwe water.
We slingeren verder naar Stanley. Van een afstand zien we “the Nut” opdoemen. Wat een inmense berg. Ook dit is ooit een vulkaan geweest kennelijk. We gaan hier twee nachten verblijven. We willen namelijk de zogenaamde Nut op. Wederom een mooi plekje aan de zee en zicht op de Nut. We dubben even…..gaan we vandaag de berg op, want het is helder weer. Dit zal schitterende vergezichten geven. Of doen we het toch morgen, zoals we eigenlijk gepland hadden, zodat we meer tijd hebben. We besluiten het nu te doen. Omdat het zo warm is en de klim echt heel steil besluiten we met de stoeltjeslift naar boven te gaan. Al schommelend door de wind gaan we naar boven. Boven is echt mooi! De kustlijn is zo mooi te zien rondom de Nut. Bovenop wandelen we nog zo’n 3 kilometer. Bizar eigenlijk dat je nog zo ronde kunt lopen bovenop een berg. We lopen door het bos en zien daar twee Pademelons. Op hun gemak zitten te grazen en we kunnen ze mooi even op de foto zetten. Ze vallen bijna niet op met een bruine vacht tussen de bomen.
We wandelen vervolgens naar beneden. Jeetje zo mogelijk nog spannender dan de lift naar boven. Die wandeling was zo steil!
Beneden blazen we uit en gaan we onze voeten afkoelen in de zee. Het strand ligt vol met kleine schelpjes. Dit noemen ze terecht een schelpenstrand.
Vanavond wagen we nog een wandeling naar het strand aan de andere kant van het dorpje. Hier komen de pinguïns aan land met de schemering. Als we de camping aflopen zegt de dame van de camping dat ze over het algemeen pas tegen 22 uur aan land komen. Als we eenmaal daar zijn, wachten we en wachten we….maar om 22.10 uur is het inmiddels stik donker en geen pinguïn te zien. We houden het voor gezien. We hebben gisteren bij Pinguïn een aantal pinguins op een rots zien staan. Het is goed zo….het koelt af en we gaan geen kou staan hebben.
Warme groet,
Ria en Linda